Om tot een adequate uitvoering van het vermogensbeheer te komen heeft het pensioenfonds een beleggingsproces vastgesteld.
Het beleggingsproces bestaat uit de volgende stappen:
- Vaststellen van de risicohouding in relatie tot de doelstellingen van het pensioenfonds.
- Vaststellen van de uitgangspunten waaraan de beleggingen moeten voldoen (de zogenaamde ‘beleggingsbeliefs’).
- Vaststelling van het strategisch kader en het beleggingsplan waarin is vastgelegd in welke beleggingen geïnvesteerd gaat worden.
- Selecteren van vermogensbeheerders die de beleggingen gaan leveren en beheren.
- Het beheer en de resultaten van de beleggingen worden beoordeeld op de vastgestelde eisen en doelstellingen.
- Ieder jaar vindt een evaluatie van het beleggingsproces plaats. De uitkomst hiervan kan zijn dat het proces nog voldoet of aangepast moet worden.
Minimaal eens in de drie jaar voert het pensioenfonds een Asset Liability Management (ALM) studie uit om te beoordelen of het strategisch kader moet worden aangepast.